woensdag 4 augustus 2010
BRITSE VLAG
Eerste Union Flag
De Union Flag ontstond toen koning Jacobus VI van Schotland ook Jacobus I van Engeland werd op 12 april 1606. Het rode Sint-Joriskruis van op de Vlag van Engeland werd op de Vlag van Schotland geplakt. De achtergrond van de Union Flag is echter een dieper blauw dan dat van de Schotse vlag. Het moet ook opgemerkt worden dat de vlag van de derde hedendaagse Britse deelstaat, Wales, niet werd opgenomen in de Union Flag, aangezien Wales al veel vroeger geannexeerd was door Engeland, onder Edward I van Engeland.
Huidige Union Flag
Het huidige ontwerp van de vlag dateert van 1801, toen de kronen van Groot-Brittannië en Ierland verenigd werden, en het Verenigd Koninkrijk ontstond. Het rode Sint-Patrickkruis werd bovenop de toen al bestaande Union Flag geplakt. Het rode kruis is echter afkomstig van het schild van de familie Fitzgerald, die door Hendrik II van Engeland naar Ierland gestuurd werd om de Engelse heerschappij over het eiland te verzekeren. Een harp, een Keltisch kruis, een shamrock, of later een Ierse driekleur werden veel meer gebruikt. In Noord-Ierland wordt deze vlag nog wel gebruikt.
Status
De Union Flag was een vlag geassocieerd met het Britse koningshuis, en is in feite geen nationale vlag. In 1908 werd echter besloten dat de Union Jack gezien zou moeten worden als de nationale vlag. In 1933 zei het Britse Ministerie van Binnenlandse Zaken dat de Union Flag de Nationale Vlag is. Burgers mochten de vlag onbeperkt gebruiken, hoewel op schepen het gebruik aan strengere regels was onderworpen (zie Britse vaandels).
dag 1 KRUISLAND-IJMUIDEN-NEWCASTLE
dag 1 maandag 19 juli 2010
Vanaf Kruisland met onze dochter die zo goed was om ons weg te brengen, vertrokken we naar onze opstapplaats Rotterdam (Capelse Brug). Het was een hele hete dag ca. 31 graden. We vertrokken om ongeveer 13.15. Benieuwd wat te reis ons zou brengen. Voor ons was dit de eerste keer dat we met een groep zouden reizen. Zou het gezellig worden? Geen oude-van-dagen-reis? En natuurlijk Schotland, wat zou het weer brengen?
Om ongeveer 16.00 uur na nog andere opstapplaatsen aangedaan te hebben in IJmuiden aangekomen. Voor het inschepen gauw nog een hapje gegeten, want we kregen het bericht dat we pas om 21.00 uur konden dineren.
Om 18.00 uur vertrokken we naar Newcastle met de m.s. Princess of Norway. Prachtig weer om te varen. We hebben nog heel lang op het dek in de zon gezeten!
Dit is wel een hele relaxte manier van reizen. Geen urenlang gehang op het vliegveld of uren in de file. Lekker van de zon genieten op het dek! Nadat de zon weg was wat geshopt in de winkel en koffie gedronken. Opvallend was het aziatische personeel. En heerlijk gedineerd in het 7-seas (buffet)restaurant met meer dan 80 verschillende gerechten.
Vanaf Kruisland met onze dochter die zo goed was om ons weg te brengen, vertrokken we naar onze opstapplaats Rotterdam (Capelse Brug). Het was een hele hete dag ca. 31 graden. We vertrokken om ongeveer 13.15. Benieuwd wat te reis ons zou brengen. Voor ons was dit de eerste keer dat we met een groep zouden reizen. Zou het gezellig worden? Geen oude-van-dagen-reis? En natuurlijk Schotland, wat zou het weer brengen?
Om ongeveer 16.00 uur na nog andere opstapplaatsen aangedaan te hebben in IJmuiden aangekomen. Voor het inschepen gauw nog een hapje gegeten, want we kregen het bericht dat we pas om 21.00 uur konden dineren.
Om 18.00 uur vertrokken we naar Newcastle met de m.s. Princess of Norway. Prachtig weer om te varen. We hebben nog heel lang op het dek in de zon gezeten!
Dit is wel een hele relaxte manier van reizen. Geen urenlang gehang op het vliegveld of uren in de file. Lekker van de zon genieten op het dek! Nadat de zon weg was wat geshopt in de winkel en koffie gedronken. Opvallend was het aziatische personeel. En heerlijk gedineerd in het 7-seas (buffet)restaurant met meer dan 80 verschillende gerechten.
dag 2 RICHTING GLASGOW
7.00 uur
Na ontwaken even een snelle douche in mini doucheje.
Om 08.00 uur een heel uitgebreid ontbijt.
Aankomst 10.00 uur in Newcastle. Koud weer, 16 graden C. en zwaar bewolkt.
Om 11.00 uur met de bus vertrokken en horloge 1 uur teruggezet.
Wel een aparte ervaring om links te rijden. Je krijgt het gevoel dat je alles in spiegelbeeld doet!!
Opvallend is de bewegwijzering. Daar kunnen wij een voorbeeld aan nemen. De naambordjes van de straten zijn op grote afstand te lezen.
Tijdens de reis stelt de chauffeur zich voor: CAROLINE
en maakt een kennismakingsgesprek en geef de regeltjes door. Ze zit al 20 jaar in het vak! Na introductie laat ze nog een dvd zien met de veiligheidsinstructies.
Om 12.00 uur is de eerste stop in Schotland in Gretna Green. Het weer klaart op en de jassen kunnen uit. Opvallend wordt dan dat de meeste ochtenden bewolkt beginnen en dan tegen de middag opklaren.
Het Schotse Gretna Green al trouwlocatie sinds 1753
Gretna Green werd populair als bestemming voor verliefde stelletjes om zonder dat er toestemming nodig was te kunnen trouwen. Het begon allemaal in 1753 toen de Lord Hardwicke’s Marriage Act van kracht werd in Engeland. Deze wet bepaalde dat beide partijen die in het huwelijk wilden treden minstens 21 jaar oud moesten zijn. Als zij dit niet waren moesten de ouders toestemming geven voor een huwelijk.
Deze wet gold echter niet in Schotland en daar mochten jongens al op hun veertiende jaar trouwen en meisjes op hun twaalfde jaar. Vanaf 1929 werd de leeftijd in Schotland verhoogd naar 16 jaar voor jongens en meisjes en nog steeds was geen toestemming nodig van de ouders. Vanwege deze wet namen vele verliefde stelletjes hun toevlucht tot Schotland en de eerste plaats die men na het passeren van de grens tegenkwam was vaak Gretna Green. De smid van de Old Blacksmith shop verrichtte de huwelijksvoltrekking bij het aambeeld. Tot op de dag van vandaag is Gretna Green een populaire trouwlocatie waar ruim 2000 huwelijke per jaar worden voltrokken.
Na de lunch op weg naar Glasgow waar we onder begeleiding van Paula, een Nederlandse gids die al 20 jaar in Groot Brittannie woont, de cathedraal en het stadhuis van Glasgow bezoeken.
GLASGOW
Glasgow is duidelijk een nieuwe weg ingeslagen. Ooit de grootste industriestad van Schotland (nu werkt de beroepsbevolking vooral in de dienstensector). Met financiele injecties en nieuwe industrieen die op de toekomst gericht zijn herrijst deze stad uit de as. Een tour door de stad laat duidelijk een renovatie zien.
GLASGOW CATHEDRAL
De gotische bouwstijl van de oude kathedraal van de heilige Mungo is ontleend aan die van Engelse kathedralen. Ze is gebouwd in de 13e eeuw toen de band tussen Schotland en Engeland goed was. De centrale toren werd in 1406 vervangen nadat het origineel door de bliksem werd getroffen. De kathedraal is gewijd aan de H. Mungo of Kentigem, die in 603 stierf. Zijn graf, dat ooit veel pelgrims trok, bevindt zich in de crypte. Het roodborstje, de vis, de klok en de boom op de lantaarnpalen buiten verwijzen naar wonderen die deze heilige zou hebben verricht.
City Chambers
Dit weelderige 'paleis, het bestuurlijke hart van de stad, beslaat één zijde van George Square. Het is in 1888 geopend door koningin Victoria. Vanbuiten, onder de "Venetiaanse"centrale toren, frontons en koepeltjes, zijn de vergulde plafonds en de grootse centrale hal ook te zien, maar tijdens een gratis rondleiding kunt u het interieur echt goed bestuderen, van de muurschilderingen in de grote banketzaal en de marmeren trappenhuizen tot het met mozaiek bezette plafond van de loggia, dat uit 1,5 muljoen stukjes zou bestaan. het ontwerp van William Young (1843-1900) weerspiegelt het aanzien dat Glasgow destijds genoot als tweede stad van het land.
.
UITZICHT HOTEL
Om 19.00 uur aankomst hotel Erskine Bridge, te Erskine.
Uitzicht vanuit de hotelkamer op de rivier the Clyde.
Hotel matig, diner matig, ontbijt was goed, personeel vriendelijk. Wat heel prettig was, wat we vervolgens op alle hotelkamers kregen was de waterkoker met zakjes nescafé en thee.
Het kraanwater was niet te drinken. Het stonk naar chloor.
dag 3 STIRLING CASTLE/LOCH KATRINE
...
Om 07.45 ontbijt
Vertrek 0m 08.40 naar Stirling.
Stirling Castle
Stirling Castle, Stirling, SchotlandStirling Castle is een kasteel in Stirling in de Schotse regio Stirling, gebouwd op vulkanisch rotsgesteente. Het kasteel was vanaf de twaalfde eeuw de residentie van de Schotse koningen. Het huidige gebouw stamt uit de veertiende en vijftiende eeuw en is ontwikkeld door de koningen Jacobus IV, Jacobus V en Jacobus VI. Deze laatste verliet het kasteel in 1603 toen hij koning Jacobus I van Engeland werd.Stirling Castle heeft vanwege zijn strategische ligging, hoog op een rots, met uitzicht op de smalle strook land tussen de monding van de Forth en de moerassen (nu drooggelegd) aan de westkant, een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Schotland. Het deed ooit dienst als koninklijk paleis en is talloze malen verbouwd. Mary Stuart, die er is opgegroeid, is in 1543 gekroond in de Royal Chapel.
We lunchen in Callander.
Het is een bewolkte dag. Ongeveer 18 C.
Na dit bezoek rijden door het natuurgebied "The Trossachs".
In vroeger tijden werden hier bootjes van het ene meer naar het ander meer gesleept: vandaar heette deze doorgang Na Troiseachan, 'de oversteekplaats, waar de huidige spelling een verbastering van is. Het bosrijke gebied is een natuurreservaat. Onderweg zijn schitterende uitzichtpunten. Loch Katrine ontleent zijn naam aan een Schots woord voor 'vrijbuiter'; in ieder geval waren leden van de stam MacGregor die hier huisde, berucht als veedieven. Het meer voorziet de stad Glasgow van drinkwater. Hier hebben we een rondvaart gemaakt met het stoomschip "Sir Walter Scott.
De populariteit van de Trossachs is te danken aan Sir Walter Scott, wiens Lady of the Lake en Rob Roy zich hier afspelen.
Sir Walter Scott (Edinburgh, 14 augustus 1771 - Abbotsford, 21 september 1832) was een Schots dichter en schrijver van historische romans.
Walter Scott is geboren in Edinburgh en als gevolg van polio in zijn jeugd zou de rest van zijn leven zijn rechterbeen verlamd blijven. Na rechten gestudeerd te hebben aan de universiteit van Edinburgh werd hij net als zijn vader advocaat.
Toen hij 25 was begon hij met het vertalen van Duitse boeken. Daarna schreef hij tal van gedichten zoals The Lay of the Last Minstrel en boeken, waaronder het in 1913 en 1952 verfilmde Ivanhoe.
Hierna rijden we weer terug naar ons hotel in Erskine, die ons om 19.30 uur een Schotse avond bezorgen, met muziek en dans. We krijgen een Keltische (Gaelic)voordracht (ode aan de Haggish, een pittig gekruid gehakt van ingewanden van het schaap) waar we om 19.30 uur aan tafel gaan.Waarom mensen nu hier zo aanstellerig over doen is eigenlijk vreemd, wat een boer niet kent, dat vreet hij niet. Het was heel smakelijk klaargemaakt, een gehaktgerecht in een pasteischaaltje met aardappelpuree en een bruine jus.
Om 07.45 ontbijt
Vertrek 0m 08.40 naar Stirling.
Stirling Castle
Stirling Castle, Stirling, SchotlandStirling Castle is een kasteel in Stirling in de Schotse regio Stirling, gebouwd op vulkanisch rotsgesteente. Het kasteel was vanaf de twaalfde eeuw de residentie van de Schotse koningen. Het huidige gebouw stamt uit de veertiende en vijftiende eeuw en is ontwikkeld door de koningen Jacobus IV, Jacobus V en Jacobus VI. Deze laatste verliet het kasteel in 1603 toen hij koning Jacobus I van Engeland werd.Stirling Castle heeft vanwege zijn strategische ligging, hoog op een rots, met uitzicht op de smalle strook land tussen de monding van de Forth en de moerassen (nu drooggelegd) aan de westkant, een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Schotland. Het deed ooit dienst als koninklijk paleis en is talloze malen verbouwd. Mary Stuart, die er is opgegroeid, is in 1543 gekroond in de Royal Chapel.
We lunchen in Callander.
Het is een bewolkte dag. Ongeveer 18 C.
Na dit bezoek rijden door het natuurgebied "The Trossachs".
In vroeger tijden werden hier bootjes van het ene meer naar het ander meer gesleept: vandaar heette deze doorgang Na Troiseachan, 'de oversteekplaats, waar de huidige spelling een verbastering van is. Het bosrijke gebied is een natuurreservaat. Onderweg zijn schitterende uitzichtpunten. Loch Katrine ontleent zijn naam aan een Schots woord voor 'vrijbuiter'; in ieder geval waren leden van de stam MacGregor die hier huisde, berucht als veedieven. Het meer voorziet de stad Glasgow van drinkwater. Hier hebben we een rondvaart gemaakt met het stoomschip "Sir Walter Scott.
De populariteit van de Trossachs is te danken aan Sir Walter Scott, wiens Lady of the Lake en Rob Roy zich hier afspelen.
Sir Walter Scott (Edinburgh, 14 augustus 1771 - Abbotsford, 21 september 1832) was een Schots dichter en schrijver van historische romans.
Walter Scott is geboren in Edinburgh en als gevolg van polio in zijn jeugd zou de rest van zijn leven zijn rechterbeen verlamd blijven. Na rechten gestudeerd te hebben aan de universiteit van Edinburgh werd hij net als zijn vader advocaat.
Toen hij 25 was begon hij met het vertalen van Duitse boeken. Daarna schreef hij tal van gedichten zoals The Lay of the Last Minstrel en boeken, waaronder het in 1913 en 1952 verfilmde Ivanhoe.
Hierna rijden we weer terug naar ons hotel in Erskine, die ons om 19.30 uur een Schotse avond bezorgen, met muziek en dans. We krijgen een Keltische (Gaelic)voordracht (ode aan de Haggish, een pittig gekruid gehakt van ingewanden van het schaap) waar we om 19.30 uur aan tafel gaan.Waarom mensen nu hier zo aanstellerig over doen is eigenlijk vreemd, wat een boer niet kent, dat vreet hij niet. Het was heel smakelijk klaargemaakt, een gehaktgerecht in een pasteischaaltje met aardappelpuree en een bruine jus.
dag 4 HIGHLANDS/INVERARY CASTLE/KILMARTIN GLEN
07.00 uur opstaan.
Voor het ontbijt brengen we koffers weer naar de bus. Om 07.45 kregen we weer een stevig ontbijt, zodat we weer om 08.45 op de bus stapte om langs één van de prachtigste meren Loch Lomond en door het Argyll Forest Park te rijden. In Argyll hebben we een korte fotostop.
Hier kreeg ik echt het "How great are thou" gevoel. Wat een schoonheid, wat een rust, en wat een heerlijke frisse geur hangt hier!
De romantische schoonheid van de Highlands, gekarakteriseerd door dit toegankelijke en mooie gebied, werd tegen het einde van de 18e eeuw 'ontdekt'. Schrijver en dichter sir Walter Scott bracht het onder de aandacht van het grote publiek met zijn spannende gedicht "The lady of de lake"(1810), dat zich afspeelde op herkenbare plekken in de Trossachs en eindigde bij Loch Katrine. Het nationale park strekt zich uit van het Argyll Forest Park aan de westzijde tot Callander en van Killin in het noorden tot Balloch in het zuiden, op slechts 29 km van Glasgow.
Hierna rijden we door naar Inverary dat ligt aan een baai aan de kop van Loch Fyne. Eeuwenlang was het de hoofdstad van Argyll; de Campbells, hertogen van Argyll, zetelden in een kasteel in de buurt. Toen de 3e hertog in 1743 met plannen voor een nieuw landhuis kwam, werd het dorpje naar de huidige locatie verplaatst, omdat het anders het uitzicht zou belemmeren.
Dit kasteel wordt nog steeds gedeeltelijk bewoond, het heeft een fantastisch uitgevoerd interieur.
Dit is een namaak gotisch paleis met allerlei torentjes en het is de familiezetel van de Campbells, die sinds 1701 de hertogen zijn van Argyll.
Het kasteel werd op de ruïne van een 15de eeuws kasteel gebouwd in 1745.
In het kasteel zijn prachtige collecties te zien van oosters en europees porcelein en portretten van Ramsay, Gainsborough en Raeburn.
De Armoury Hall bevat oude wapens, die de Campbells verzamelden voor de strijd tegen de Jacobieten.
In Inverary zelf lunchen we in een traditionele 'fish 'n chips'zaak. Een grote bak frites met een hele grote gebakken vis. En ja, we hebben er 'vinegear' op ons verzoek bij gekregen. We vonden het heel lekker. Maar wel machtig eten. We hadden eigenlijk wel samen van 1 bak kunnen eten.
Om 14.00 uur stappen we weer in de bus en stoppen onderweg in Kilmartin Glen.
Kilmartin Glen is het gebied rondom Kilmartin, ten noorden van Lochgilphead en ten zuiden van Oban, in de Schotse regio Argyll and Bute, dat bekend is geworden door de vele archeologische vondsten te dateren in het neolithicum, bronstijd, ijzertijd en middeleeuwen.
In het Kilmartin House Museum in Kilmartin wordt de archeologische betekenis van de vallei toegelicht.
De Kilmartin Sculptured Stones vormen een verzameling grafstenen en kruisen uit de vroege middeleeuwen, bewaard in en op de begraafplaats van de parochiekerk van Kilmartin in Kilmartin Glen in de Schotse regio Argyll and Bute.
Kilmartin Glen kent meer dan 150 prehistorische monumentenen is daarmee één van de rijkste archeologische vindplaatsen op het vasteland van Schotland. Naast verschillende standing stones, steencirkels en grafheuvels (cairns) wordt er beweerd dat dit gebied de grootste concentratie van prehistorische rotskunst (zoals de zogenaamde cup and ring marks) heeft van heel Europa.
Hierna gaan we richting ons hotel in Oban waar we om 19.30 uur aan het diner gaan.
Het diner is goed, hotel een beetje vergane glorie. Ooit moet dit hotel heel mooi zijn geweest. Verzakte vloeren, we zaten scheef op de wc pot. Hier in Schotland moeten we keurig in de rij wachten voor de eetzaal tot dat we het sein krijgen om binnen te mogen. Heel stipt, alles volgens de regels.
Wel een prachtig uitzicht vanuit onze kamer op de haven.
Voor het ontbijt brengen we koffers weer naar de bus. Om 07.45 kregen we weer een stevig ontbijt, zodat we weer om 08.45 op de bus stapte om langs één van de prachtigste meren Loch Lomond en door het Argyll Forest Park te rijden. In Argyll hebben we een korte fotostop.
Hier kreeg ik echt het "How great are thou" gevoel. Wat een schoonheid, wat een rust, en wat een heerlijke frisse geur hangt hier!
De romantische schoonheid van de Highlands, gekarakteriseerd door dit toegankelijke en mooie gebied, werd tegen het einde van de 18e eeuw 'ontdekt'. Schrijver en dichter sir Walter Scott bracht het onder de aandacht van het grote publiek met zijn spannende gedicht "The lady of de lake"(1810), dat zich afspeelde op herkenbare plekken in de Trossachs en eindigde bij Loch Katrine. Het nationale park strekt zich uit van het Argyll Forest Park aan de westzijde tot Callander en van Killin in het noorden tot Balloch in het zuiden, op slechts 29 km van Glasgow.
Hierna rijden we door naar Inverary dat ligt aan een baai aan de kop van Loch Fyne. Eeuwenlang was het de hoofdstad van Argyll; de Campbells, hertogen van Argyll, zetelden in een kasteel in de buurt. Toen de 3e hertog in 1743 met plannen voor een nieuw landhuis kwam, werd het dorpje naar de huidige locatie verplaatst, omdat het anders het uitzicht zou belemmeren.
Dit kasteel wordt nog steeds gedeeltelijk bewoond, het heeft een fantastisch uitgevoerd interieur.
Dit is een namaak gotisch paleis met allerlei torentjes en het is de familiezetel van de Campbells, die sinds 1701 de hertogen zijn van Argyll.
Het kasteel werd op de ruïne van een 15de eeuws kasteel gebouwd in 1745.
In het kasteel zijn prachtige collecties te zien van oosters en europees porcelein en portretten van Ramsay, Gainsborough en Raeburn.
De Armoury Hall bevat oude wapens, die de Campbells verzamelden voor de strijd tegen de Jacobieten.
In Inverary zelf lunchen we in een traditionele 'fish 'n chips'zaak. Een grote bak frites met een hele grote gebakken vis. En ja, we hebben er 'vinegear' op ons verzoek bij gekregen. We vonden het heel lekker. Maar wel machtig eten. We hadden eigenlijk wel samen van 1 bak kunnen eten.
Om 14.00 uur stappen we weer in de bus en stoppen onderweg in Kilmartin Glen.
Kilmartin Glen is het gebied rondom Kilmartin, ten noorden van Lochgilphead en ten zuiden van Oban, in de Schotse regio Argyll and Bute, dat bekend is geworden door de vele archeologische vondsten te dateren in het neolithicum, bronstijd, ijzertijd en middeleeuwen.
In het Kilmartin House Museum in Kilmartin wordt de archeologische betekenis van de vallei toegelicht.
De Kilmartin Sculptured Stones vormen een verzameling grafstenen en kruisen uit de vroege middeleeuwen, bewaard in en op de begraafplaats van de parochiekerk van Kilmartin in Kilmartin Glen in de Schotse regio Argyll and Bute.
Kilmartin Glen kent meer dan 150 prehistorische monumentenen is daarmee één van de rijkste archeologische vindplaatsen op het vasteland van Schotland. Naast verschillende standing stones, steencirkels en grafheuvels (cairns) wordt er beweerd dat dit gebied de grootste concentratie van prehistorische rotskunst (zoals de zogenaamde cup and ring marks) heeft van heel Europa.
Hierna gaan we richting ons hotel in Oban waar we om 19.30 uur aan het diner gaan.
Het diner is goed, hotel een beetje vergane glorie. Ooit moet dit hotel heel mooi zijn geweest. Verzakte vloeren, we zaten scheef op de wc pot. Hier in Schotland moeten we keurig in de rij wachten voor de eetzaal tot dat we het sein krijgen om binnen te mogen. Heel stipt, alles volgens de regels.
Wel een prachtig uitzicht vanuit onze kamer op de haven.
ELEKTRICITEIT
De netspanning in het Verenigd Koninkrijk is 240 Volt. In Nederland en Belgie is de netspanning iets lager (230 Volt), maar meegebrachte apparaten kunt u zonder probleem gebruiken. Wel zijn Britse stekkers voorzien van drie pinnen, dus u moet voor elektrische apparaten die u van thuis meeneemt een universele stekker gebruiken. Deze zijn te koop bij het VVV-kantoor. Als u ANWB-lid bent krijgt u korting!
SCHOTSE PONDEN
Schotse banken brengen hun eigen bankbiljetten uit. Deze bankbiljetten worden in Engeland niet geaccepteerd. Bankbiljetten van de Bank of England worden in Schotland overal geaccepteerd. De munten zijn gelijk. De waarde is gelijk.
Het meest handige is om pas in Schotland ponden te pinnen. Hier worden geen kosten bij je bank voor berekend.
dag 5 IONA EN MULL
Na het ontbijt van 07.30 wandelen we om 09.00 naar de haven waar we op de veerpont stappen naar Iona. Na circa één uur meerden we aan in Craignure op het eiland Mull. Daar kregen we een bustour van een regionale chauffeur. Een gezellige man, maar best wel moeilijk te verstaan. Er is maar één smalle weg (zie afbeelding) om naar het pont naar Iona te komen. Als er een tegenligger is of als er veel verkeer achter ons lag, stopte de chauffeur op een parkeerhaventje en liet dan iedereen voor gaan. Zouden ze in Holland ook eens moeten gaan doen, hebben we tenminste niet zo last meer van de tractoren,die alles ophouden!!!!! Jammer dat we geen verrekijker hadden meegenomen, tijdens de rit zagen we nog een zeehondje.
Deze eilanden behoren tot de Binnen-Hebriden en liggen dicht onder de westkust van Schotland.
Mull is 909 km2, het grootste eiland van de Binnen-Hebriden, gescheiden van het vasteland door de 'Sound of Mull' en de 'Firth of Lorn'. Het eiland is bergachtig.
De hoogste berg is Ben More (966m). Via een moeilijk begaanbaar pad bereikt u na 9 km de punt van dit schiereiland, waar een fossiele 12 m hoge boomstam van meer dan 50miljoen jaar oud te zien is.
Iona, is 5,6 km lang en 2,4 km breed.
Het eiland is bergachtig en heeft stranden.
Landbouw, schapen en visserij zijn bestaansmiddelen maar toerisme is de belangrijkste inkomstenbron voor de bewoners.
Fionphort is de haven van Iona, een betoverend eiland dat sinds de 6e eeuw bekendstaat als de wieg van het christendom in Schotland.
In 563 stichtte de H. Columba een klooster op Iona, vanwaar het christendom over Europa werd verbreid. Nu verwelkomt de Iona Community pelgrims uit de hele wereld in de abdij. Naast het klooster zijn Schotse koningen uit het verre verleden begraven, zoals Duncan en Macbeth.Mull heeft veel tuinen en boerderijen. Tobermory is de hoofdstad. Er zijn diverse kastelen en landhuizen. De afgelegen westkust vormt een ideale leefomgeving voor de opnieuw uitgezette zeearend en voor steenarenden, buizerds, slechtvalken en zeevogels.
Deze dag begonnen we weer bewolkt en rond de middag was het weer schitterend weer!!
Wat treffen we het weer. Om 17.00 uur weer terug naar Mull en daarna weer met de boot naar Oban waar we om 20.00 weer aanschoven voor het diner.
DE CLANS VAN SCHOTLAND
Schotland heeft zijn traditionele clansysteem te danken aan de Saksische koningin Margaret (ca. 1046-1093), aan wie de kleine kapel in Edinburgh Castle is gewijd. Zij wist haar echtgenoot Malcolm III te bewegen tot het instellen van een feodaal systeem, waardoor voor het eerst in Schotland werd toegewezen aan individuen, dat in leenbezit werd gehouden door hun nakomelingen.
In de Highlands regeerden de clanhoofden over hun mensen als koningen. Ze vormden bondgenootschappen met elkaar en brachten hun eigen legertjes op de been om lokale vetes uit te vechten wanneer dat nodig was. En die vetes waren bloedig. Zo werden bijvoorbeeld in 1577 bijna 400 Macdonalds door een groep Macleods levend verbrand in een grot op het eiland Eigg. Een van de bekendste vetes is die tussen de Campbells en de Macdonalds, die in 1692 een hoogtepunt bereikte in Glen Coe.
De Highland-clans kwamen door de verschillen in taal (Gaelic werd in het zuiden en oosten amper gesproken) en cultuur steeds verder af te staan van de Lowlanders. Bepaalde hoofden domineerde bepaalde regio's, zoals "Macdonald of the Isles" en "Campbell of Argyll".
Binnen dit patriarchale systeem was een clanlid allereerst trouw verschuldigd aan zijn clanhoofd, daarna pas aan de koning. Het was een systeem dat de Jacobietenopstanden aan het begin van de 18e eeuw mogelijk maakte, maar dat uiteindelijk in 1746 zijn eigen ondergang bewerkstelligde in de slag bij Culloden, waar aan beide zijden clanleden vochten.
Nadat de koning de overwinning had behaald, moesten de hoofden trouw aan hem of het anders met de dood bekopen. Bovendien moesten ze voortaan hun oudste zoon aan het Engelse hof laten opvoeden. Het dragen van de tartan (de Schotse ruit), die als jacobistisch symbool werd beschouwd, werd verboden.Het clansysteem in de Highlands ging definitief ten onder met de "Clearances" in de 19e eeuw, toen de keuze voor grootschalige schapenteelt in de Highlands leidde tot het gedwongen vertrek van vele duizenden mensen. Hierbij stonden de clanhoofden niet altijd niet altijd aan de kant van hun clanleden - op Skye gaat bijvoorbeeld het verhaal over een "chief"die zijn mensen als slaven in de kolonies probeerde te verkopen. In deze periode werden tal van gemeenschappen uit elkaar gerukt en emigreerden duizenden Highlanders naar Nova Scotia in Canada.
Tegenwoordig bestaan de clan alleens nog maar in naam, maar dat neemt niet weg dat ze voor veel Schotten nog steeds een bron van trots zijn.
Veel Amerikaanse toeristen gaan in de Highlands op zoek naar hun wortels.
dag 6 FORT WILLIAM/FORT AUGUSTUS/URQUHART CASTLE
Voor het ontbijt weer de koffer afgeleverd bij de bus.
08.00 uur ontbijt.
08.45 Met de bus richting noorden.
Tegen koffietijd een stop in Fort William.
Fort William ligt op een kruising van wegen en spoorlijnen boven aan Loch Linnhe en onder aan de Great Glen, en is daarmee een goede uitvalbasis voor het noordwesten. Het was ooit een militaire buitenpost vanwaar de Highlands in bedwang werden gehouden. het fort, dat in 1715 en 1745 aanvallen van Jacobieten heeft weerstaan,werd in 1864 gesloopt om plaats te maken voor een spoorwegstation. De plaats is niet erg aantrekkelijker, ook al heeft men geprobeerd er iets van te maken, onder andere door het centrum verkeersvrij te maken. Door zijn ligging is Fort William populair bij wandelaars en klimmers, en er zijn volop zwerfsportartikelen te krijgen. De grootste attractie ligt ten oosten van het stadje: de ronde Ben Nevis, met 1343 m de hoogste berg van Groot-Brittannië. Op de top kunnen de omstandigheden arctisch zijn, en wandelaars die de berg willen beklimmen moeten goede voorzorgmaatregelen nemen.
De lunchpauze gebruiken we in Fort Augustus. We eten daar bij een lokale snackbar 'chips and steakpie'. Wel lekker maar een aparte combinatie frites met een vleespasteitje! De lokale bevolking (jonge vent!!!) komt daar gewoon in kilt een frietje halen! Wat alleen maar kilt dragen tijdens tradities!!!!
Fort Augustus (Schots-Gaelisch: Cill Chuimein) is een nederzetting in de Schotse Hooglanden aan het zuidwestelijke einde van Loch Ness.
Er zijn verschillende verklaringen voor de Gealische naam voor Fort Augustus, Cill Chuimein, de meest aangenomen versie is dat de naam komt van de heilige Cummein afkomstig van Iona die de kerk in Fort Augustus bouwde. Andere mogelijkheid is dat de naam oorspronkelijk Ku Chuimein was genoemd naar twee abten van Iona van de Clan Cummyn van wie het kenteken werwijst naar de plant komijn. Een nog andere mogelijkheid is dat de naam oorspronkelijk Cill a' Chuimein: Begraafplaats van Cumyn.
Na de opstand van de Jacobieten in 1715 liet Generaal Wade een hier een fort bouwen. De bouw ervan duurde van 1727 tot 1742 en werd genoemd naar Willem Augustus van Cumberland. De nederzetting groeide en nam de naam van het fort over.
Tijdens een opstand van de Jacobieten in 1747 werd het fort veroverd door de Jacobieten juist voor de Slag bij Culloden.
In 1867 werd het fort verkocht aan de familie Lovat die het op hun beurt in 1876 schonken aan de Benedictijnen. Van het fort maakten ze een abdij en een later een school tot ze het in 1998 verlieten.
In 1903 was er een spoorweg in Fort Augustus. Uiteindelijk is deze spoorweg in 1914 voor het laatst gebruikt.Het Caledonisch Kanaal loopt door Fort Augustus waaronder ook een reeks sluizen.
Het Caldedonisch Kanaal (Engels: Caledonian Canal) verbindt Inverness aan de Schotse oostkust (Noordzee), met Corpach, bij Fort William aan de westkust (Atlantische Oceaan).
In 1803 werd begonnen met de aanleg van het kanaal eerst onder leiding van James Watt en later de ingenieur Thomas Telford met de hulp van William Jessop. Als alternatieve route via de verraderlijke Pentland Firth en Cape Wrath. Negentien jaar later, in 1822, was de bouw voltooid. Het had £ 840.000 gekost. Het kanaal is 107 kilometer lang waarvan 72 km door vier natuurlijke meren gaat, namelijk Loch Lochy, Loch Oich, Loch Ness en Loch Dochfour. In het kanaal liggen 29 sluizen waarvan er acht nabij Banavie de Neptune's Staircase vormen. Het project kreeg een hoge prioriteit omdat het van groot strategisch belang was voor de Britse Marine. Maar het kanaal was te smal en te ondiep en had last van constructiefouten. Het duurde tot 1847 voor men het kanaal uitdiepte. Tegen die tijd werden de schepen te groot voor het kanaal en werd Inverness verbonden met een spoorweg. Hierdoor verloor het kanaal zijn economisch en strategisch belang. Momenteel wordt het vooral gebruikt door plezierboten.
Ons volgende bezoek is Urquhart Castle.
Urquhart Castle is een 13e eeuws kasteel, gelegen aan Loch Ness nabij Drumnadrochit in de Schotse regio Highland. Het kasteel is gebouwd door de familie Durward. Vanaf 1308 is Urquhart Castle koninklijk eigendom totdat het 1479 aan de familie Grant wordt gegeven. In de vijftiende en zestiende eeuw heeft Urquhart veel last van invallen door de MacDonalds. In de zeventiende eeuw verliest het kasteel zijn strategische betekenis en het wordt in 1690 verlaten.
Onderweg is het flink gaan regenen. Gelukkig zitten we nu in de bus naar ons hotel MacDonald in Aviemore,keurige kamers , met een prachtige uitzicht op de Cairngorm Mountains, met op de toppen sneeuw en
waar we 's avonds heerlijk gegeten hebben.
08.00 uur ontbijt.
08.45 Met de bus richting noorden.
Tegen koffietijd een stop in Fort William.
Fort William ligt op een kruising van wegen en spoorlijnen boven aan Loch Linnhe en onder aan de Great Glen, en is daarmee een goede uitvalbasis voor het noordwesten. Het was ooit een militaire buitenpost vanwaar de Highlands in bedwang werden gehouden. het fort, dat in 1715 en 1745 aanvallen van Jacobieten heeft weerstaan,werd in 1864 gesloopt om plaats te maken voor een spoorwegstation. De plaats is niet erg aantrekkelijker, ook al heeft men geprobeerd er iets van te maken, onder andere door het centrum verkeersvrij te maken. Door zijn ligging is Fort William populair bij wandelaars en klimmers, en er zijn volop zwerfsportartikelen te krijgen. De grootste attractie ligt ten oosten van het stadje: de ronde Ben Nevis, met 1343 m de hoogste berg van Groot-Brittannië. Op de top kunnen de omstandigheden arctisch zijn, en wandelaars die de berg willen beklimmen moeten goede voorzorgmaatregelen nemen.
De lunchpauze gebruiken we in Fort Augustus. We eten daar bij een lokale snackbar 'chips and steakpie'. Wel lekker maar een aparte combinatie frites met een vleespasteitje! De lokale bevolking (jonge vent!!!) komt daar gewoon in kilt een frietje halen! Wat alleen maar kilt dragen tijdens tradities!!!!
Fort Augustus (Schots-Gaelisch: Cill Chuimein) is een nederzetting in de Schotse Hooglanden aan het zuidwestelijke einde van Loch Ness.
Er zijn verschillende verklaringen voor de Gealische naam voor Fort Augustus, Cill Chuimein, de meest aangenomen versie is dat de naam komt van de heilige Cummein afkomstig van Iona die de kerk in Fort Augustus bouwde. Andere mogelijkheid is dat de naam oorspronkelijk Ku Chuimein was genoemd naar twee abten van Iona van de Clan Cummyn van wie het kenteken werwijst naar de plant komijn. Een nog andere mogelijkheid is dat de naam oorspronkelijk Cill a' Chuimein: Begraafplaats van Cumyn.
Na de opstand van de Jacobieten in 1715 liet Generaal Wade een hier een fort bouwen. De bouw ervan duurde van 1727 tot 1742 en werd genoemd naar Willem Augustus van Cumberland. De nederzetting groeide en nam de naam van het fort over.
Tijdens een opstand van de Jacobieten in 1747 werd het fort veroverd door de Jacobieten juist voor de Slag bij Culloden.
In 1867 werd het fort verkocht aan de familie Lovat die het op hun beurt in 1876 schonken aan de Benedictijnen. Van het fort maakten ze een abdij en een later een school tot ze het in 1998 verlieten.
In 1903 was er een spoorweg in Fort Augustus. Uiteindelijk is deze spoorweg in 1914 voor het laatst gebruikt.Het Caledonisch Kanaal loopt door Fort Augustus waaronder ook een reeks sluizen.
Het Caldedonisch Kanaal (Engels: Caledonian Canal) verbindt Inverness aan de Schotse oostkust (Noordzee), met Corpach, bij Fort William aan de westkust (Atlantische Oceaan).
In 1803 werd begonnen met de aanleg van het kanaal eerst onder leiding van James Watt en later de ingenieur Thomas Telford met de hulp van William Jessop. Als alternatieve route via de verraderlijke Pentland Firth en Cape Wrath. Negentien jaar later, in 1822, was de bouw voltooid. Het had £ 840.000 gekost. Het kanaal is 107 kilometer lang waarvan 72 km door vier natuurlijke meren gaat, namelijk Loch Lochy, Loch Oich, Loch Ness en Loch Dochfour. In het kanaal liggen 29 sluizen waarvan er acht nabij Banavie de Neptune's Staircase vormen. Het project kreeg een hoge prioriteit omdat het van groot strategisch belang was voor de Britse Marine. Maar het kanaal was te smal en te ondiep en had last van constructiefouten. Het duurde tot 1847 voor men het kanaal uitdiepte. Tegen die tijd werden de schepen te groot voor het kanaal en werd Inverness verbonden met een spoorweg. Hierdoor verloor het kanaal zijn economisch en strategisch belang. Momenteel wordt het vooral gebruikt door plezierboten.
Ons volgende bezoek is Urquhart Castle.
Urquhart Castle is een 13e eeuws kasteel, gelegen aan Loch Ness nabij Drumnadrochit in de Schotse regio Highland. Het kasteel is gebouwd door de familie Durward. Vanaf 1308 is Urquhart Castle koninklijk eigendom totdat het 1479 aan de familie Grant wordt gegeven. In de vijftiende en zestiende eeuw heeft Urquhart veel last van invallen door de MacDonalds. In de zeventiende eeuw verliest het kasteel zijn strategische betekenis en het wordt in 1690 verlaten.
Onderweg is het flink gaan regenen. Gelukkig zitten we nu in de bus naar ons hotel MacDonald in Aviemore,keurige kamers , met een prachtige uitzicht op de Cairngorm Mountains, met op de toppen sneeuw en
waar we 's avonds heerlijk gegeten hebben.
dag 7 BLAIR CASTLE /BLAIR ATHOLL WHISKYSTOKERIJ
08.00 uur ontbijt
08.45 in de bus op weg naar Blair Castle.
Dit witgepleisterde kasteel met zijn vele torentjes, 13 km ten noorden van Pitlochry, steekt mooi af tegen de omringende bossen Het ziet eruit als het ultieme Schotse kasteel en is dan ook afgebeeld op ontelbare koektrommels en andere souvenirs. Het is al meer dan zeven eeuwen eigendom van de families Murray en Stewart, hertogen en graven an Atholl. Sinds 1845 hebben zij een privé-leger (de Atholl Highlanders), een gunst van koningin Victoria.
Het middeleeuwse kasteel stond op een strategische locatie op de route naar Inverness en daarom lag het voor de hand dat het in 1652 werd ingenomen door Cromwells leger. Het kasteel speelde ook een rol in de Jacobietenopstanden van 1715 en 1745, toen de familie Murray op tragische wijze verdeeld was geraakt. In rustiger tijden bracht de 2e hertog Georgian elementen aan, en toen in 1863 de spoorlijn werd aangelegd kreeg het kasteel de victoriaanse uitstraling die het nu nog heeft. Er is veel te zien in het kasteel, van portretten en weelderige interieurs tot een origineel exemplaar van het National Covenant en de torenkamer waar Bonnie Prince Charlie in 1745 sliep.
.
Tijdens ons bezoek was er een internationale jamborette van de scouts.
Om 12.45 een lunchstop in Pitlochry.
Pitlochry (Baile Chloichridh in Schots-Gaelisch) is een burgh in Perthshire in Schotland met een geschatte populatie van 2564 (2001). Het dorp is gebouwd in traditionele Victoriaanse stijl en is gelegen aan de rivier de Tummel.
De eerste nederzetting in het gebied waar het huidige Pitlochry is ontstaan, dateert van 1180. Nochtans begon de plaats pas te groeien toen generaal George Wade een weg bouwde door het dorp in zijn poging het Schotse achterland te ontsluiten tussen 1725 en 1737.
Pitlochry en omgeving zijn thans een toeristische trekpleister voor in het bijzonder wandelaars en natuurliefhebbers. Tevens bevinden zich in het dorp twee Whisky-stokerijen (Edradour & Blair Atholl Distillery), een klein theater en een waterkrachtcentrale, voornamelijk bekend vanwege de 310 meter lange zalmladder.
Na de lunch een bezoek gebracht aan de whisky stokerij.
De distilleerderij Blair Athol is gelegen aan de rand van het centrum van de plaats Pitlochry. De naam Blair Athol komt uit het Gaelic. Blair betekent, "het vlakke land in de vallei" en Athol is "de naam van de ongeving". De plaats en het kasteel zullen zonder twijfel met de naam van de distilleerderij te maken hebben. Het juiste tijdstip van oprichting is niet bekend maar in de 18e eeuw werd er door de plaatselijke boeren reeds gedistilleerd. Vlakbij de plek waar de huidige distilleerderij staat, werd er volgens een oud teruggevonden document een distilleerderij gebouwd in het jaar 1798. De eigenaren John Stewart en Robert Robertson noemden de distilleerderij Aldour, naar de Aldour Burn een beekje dat langs de huidige distillleerderij stroomt. De distilleerderij Jean Boyer (www.jeanboyer.com) werd opgericht in 1994 en staat bekend om zijn likeuren en absolute top kwaliteiten pastis. Ook is Jean Boyer een zeer onderscheidende onafhankelijke bottelaar en importeur van whisky’s. Jean Boyer producten werden geëerd met een groot aantal medailles in internationale competities in de afgelopen jaren.
Na een weinig succesvolle start werd de distilleerderij in 1823 door John Robertson overgenomen en er werd na een verbouwing in het jaar 1827 weer bij Blair Athol gedistilleerd. Na diverse sluitingen en overnames werd Blair Athol in 1932 overgenomen door Arthur Bell uit Perth en weer geopend in het jaar 1949. De distilleerderij werd geheel gerestaureerd en men ging weer produceren. In het jaar 1970 werd het aantal stills verdubbeld. Er staan nu in het stillhouse van Blair Athol vier stills. Twee wash stills en twee spirit stills. Deze worden met stoom verwarmd. Voor de vergisting gebruikt men acht washbacks, die van roestvrij staal gemaakt zijn. Voor het rijpen van de spirit worden bourbon-, sherry en ook refill vaten gebruikt. De turf die men voor het eesten van de mout gebruikt komt van de Orkney eilanden. Het water komt uit de Aldour Burn, deze naam is een verbastering van Allt Dour Burn, en betekent "stroom van de otter". De Aldour burn komt vanuit het meer Loch a'Choire, dat ligt op de helling van de nabijgelegen berg Ben Vrackie. De Aldour burn stroomt midden tussen de warehouses en de distilleerderij door en men gebruikt het water zowel als brouwwater als ook voor koeling van de condensors. De Aldour burn gaat weer over in de rivier de Tummel, en deze rivier mondt weer uit in de rivier de Tay. Zo'n 95% van de productie van Blair Athol wordt voor het maken van blended whisky gebruikt. De overige 5% wordt als maltwhisky gebotteld. Een okshoofd is een kwaliteits fust, met een inhoud van 250 liter en is ook het meest gebruikte fust in Schotland. Deze fusten worden vaak hergebruikt en zijn weer opgeschuurd voordat ze weer gevuld worden. “Recoopered” en tot zo’n negen keer bruikbaar, door injectie van vers hout. Deze fusten geven aan de whisky licht houtachtige aroma’s en zoete tonen uit de verse hout. Zij bevorderen de uitwisseling van aroma’s van de whisky met de omgevingslucht. In de loop der jaren zal tijdens de rijping de verfijnde smaken naar boven komen en ontwikkelen zich in deze periode fruitigheid, ronding en homogeniteit, die de smaak van de whisky positief zullen beïnvloeden. De whisky’s van de Franse independant bottelaar Jean Boyer uit deze re-coopered hogshead serie van de Best Casks of Scotland hebben allen deze ideale rijpingsprocedure ondergaan. Zoals ook deze Re-Coopered Hogsheads whisky van de Blair Athol distilleerderij.
Na de excursie kregen we allemaal een klein slokje malt whisky te proeven en werden er op geattendeerd om dan ook NOOIT malt whisky te mengen met cola of iets anders, daar gebruik je blended whisky voor! Na uitleg begrijp je wel waarom malt whisky is kostbaar, na stoken blijft er maar 5% over voor malt, de overige 95% voor blended whisky. En mij eigenlijk niet besteed, ik ben alleen maar liefhebber van Irish coffee, dus zal ik alleen maar blended gebruiken.
17.30 uur aankomst zeer luxueuze Novotel te Edinburgh, met zwembad, internet, buffetrestaurant, en zeer luxe douche,zeer brede bedden en koelkast op de kamer.
08.45 in de bus op weg naar Blair Castle.
Dit witgepleisterde kasteel met zijn vele torentjes, 13 km ten noorden van Pitlochry, steekt mooi af tegen de omringende bossen Het ziet eruit als het ultieme Schotse kasteel en is dan ook afgebeeld op ontelbare koektrommels en andere souvenirs. Het is al meer dan zeven eeuwen eigendom van de families Murray en Stewart, hertogen en graven an Atholl. Sinds 1845 hebben zij een privé-leger (de Atholl Highlanders), een gunst van koningin Victoria.
Het middeleeuwse kasteel stond op een strategische locatie op de route naar Inverness en daarom lag het voor de hand dat het in 1652 werd ingenomen door Cromwells leger. Het kasteel speelde ook een rol in de Jacobietenopstanden van 1715 en 1745, toen de familie Murray op tragische wijze verdeeld was geraakt. In rustiger tijden bracht de 2e hertog Georgian elementen aan, en toen in 1863 de spoorlijn werd aangelegd kreeg het kasteel de victoriaanse uitstraling die het nu nog heeft. Er is veel te zien in het kasteel, van portretten en weelderige interieurs tot een origineel exemplaar van het National Covenant en de torenkamer waar Bonnie Prince Charlie in 1745 sliep.
.
Tijdens ons bezoek was er een internationale jamborette van de scouts.
Om 12.45 een lunchstop in Pitlochry.
Pitlochry (Baile Chloichridh in Schots-Gaelisch) is een burgh in Perthshire in Schotland met een geschatte populatie van 2564 (2001). Het dorp is gebouwd in traditionele Victoriaanse stijl en is gelegen aan de rivier de Tummel.
De eerste nederzetting in het gebied waar het huidige Pitlochry is ontstaan, dateert van 1180. Nochtans begon de plaats pas te groeien toen generaal George Wade een weg bouwde door het dorp in zijn poging het Schotse achterland te ontsluiten tussen 1725 en 1737.
Pitlochry en omgeving zijn thans een toeristische trekpleister voor in het bijzonder wandelaars en natuurliefhebbers. Tevens bevinden zich in het dorp twee Whisky-stokerijen (Edradour & Blair Atholl Distillery), een klein theater en een waterkrachtcentrale, voornamelijk bekend vanwege de 310 meter lange zalmladder.
Na de lunch een bezoek gebracht aan de whisky stokerij.
De distilleerderij Blair Athol is gelegen aan de rand van het centrum van de plaats Pitlochry. De naam Blair Athol komt uit het Gaelic. Blair betekent, "het vlakke land in de vallei" en Athol is "de naam van de ongeving". De plaats en het kasteel zullen zonder twijfel met de naam van de distilleerderij te maken hebben. Het juiste tijdstip van oprichting is niet bekend maar in de 18e eeuw werd er door de plaatselijke boeren reeds gedistilleerd. Vlakbij de plek waar de huidige distilleerderij staat, werd er volgens een oud teruggevonden document een distilleerderij gebouwd in het jaar 1798. De eigenaren John Stewart en Robert Robertson noemden de distilleerderij Aldour, naar de Aldour Burn een beekje dat langs de huidige distillleerderij stroomt. De distilleerderij Jean Boyer (www.jeanboyer.com) werd opgericht in 1994 en staat bekend om zijn likeuren en absolute top kwaliteiten pastis. Ook is Jean Boyer een zeer onderscheidende onafhankelijke bottelaar en importeur van whisky’s. Jean Boyer producten werden geëerd met een groot aantal medailles in internationale competities in de afgelopen jaren.
Na een weinig succesvolle start werd de distilleerderij in 1823 door John Robertson overgenomen en er werd na een verbouwing in het jaar 1827 weer bij Blair Athol gedistilleerd. Na diverse sluitingen en overnames werd Blair Athol in 1932 overgenomen door Arthur Bell uit Perth en weer geopend in het jaar 1949. De distilleerderij werd geheel gerestaureerd en men ging weer produceren. In het jaar 1970 werd het aantal stills verdubbeld. Er staan nu in het stillhouse van Blair Athol vier stills. Twee wash stills en twee spirit stills. Deze worden met stoom verwarmd. Voor de vergisting gebruikt men acht washbacks, die van roestvrij staal gemaakt zijn. Voor het rijpen van de spirit worden bourbon-, sherry en ook refill vaten gebruikt. De turf die men voor het eesten van de mout gebruikt komt van de Orkney eilanden. Het water komt uit de Aldour Burn, deze naam is een verbastering van Allt Dour Burn, en betekent "stroom van de otter". De Aldour burn komt vanuit het meer Loch a'Choire, dat ligt op de helling van de nabijgelegen berg Ben Vrackie. De Aldour burn stroomt midden tussen de warehouses en de distilleerderij door en men gebruikt het water zowel als brouwwater als ook voor koeling van de condensors. De Aldour burn gaat weer over in de rivier de Tummel, en deze rivier mondt weer uit in de rivier de Tay. Zo'n 95% van de productie van Blair Athol wordt voor het maken van blended whisky gebruikt. De overige 5% wordt als maltwhisky gebotteld. Een okshoofd is een kwaliteits fust, met een inhoud van 250 liter en is ook het meest gebruikte fust in Schotland. Deze fusten worden vaak hergebruikt en zijn weer opgeschuurd voordat ze weer gevuld worden. “Recoopered” en tot zo’n negen keer bruikbaar, door injectie van vers hout. Deze fusten geven aan de whisky licht houtachtige aroma’s en zoete tonen uit de verse hout. Zij bevorderen de uitwisseling van aroma’s van de whisky met de omgevingslucht. In de loop der jaren zal tijdens de rijping de verfijnde smaken naar boven komen en ontwikkelen zich in deze periode fruitigheid, ronding en homogeniteit, die de smaak van de whisky positief zullen beïnvloeden. De whisky’s van de Franse independant bottelaar Jean Boyer uit deze re-coopered hogshead serie van de Best Casks of Scotland hebben allen deze ideale rijpingsprocedure ondergaan. Zoals ook deze Re-Coopered Hogsheads whisky van de Blair Athol distilleerderij.
Na de excursie kregen we allemaal een klein slokje malt whisky te proeven en werden er op geattendeerd om dan ook NOOIT malt whisky te mengen met cola of iets anders, daar gebruik je blended whisky voor! Na uitleg begrijp je wel waarom malt whisky is kostbaar, na stoken blijft er maar 5% over voor malt, de overige 95% voor blended whisky. En mij eigenlijk niet besteed, ik ben alleen maar liefhebber van Irish coffee, dus zal ik alleen maar blended gebruiken.
17.30 uur aankomst zeer luxueuze Novotel te Edinburgh, met zwembad, internet, buffetrestaurant, en zeer luxe douche,zeer brede bedden en koelkast op de kamer.
dag 8 EDINBURGH
Voor het eerst deze vakantie het ontbijt ietsje later om 08.15 uur. Toch ook wel even lekker.
Om 09.15 uur in de bus richting Edinburgh centrum, waarna Paula, onze stadsgids weer op de bus komt.
Als je van geschiedenis houdt, een genot om naar haar te luisteren, ze vertelt dingen die in de boekjes niet snel voorkomen zoals, de tuintjes midden in de stad, omgeven door hekken, waarvan de omwoners een sleutel hebben, werden vroeger gebruikt als bleekvelden, de houten schotten voor de ramen i.v.m. de glasbelasting. Over de schoorstenen die op de daken staan, hoe meer pijpen, hoe meer geld om te stoken, etc.
Films die zich afspelen in de tijd van "Charles Dickens" worden in Edinburgh opgenomen (niet in Londen).
Als je van geschiedenis houdt is deze stad een echte aanrader!!! Er is zoveel te zien, daar heb je zeker een midweek voor nodig!
Musea zijn vrij toegankelijk, dat hoort volgens de overheid bij de opvoeding!!
De stadstour duurde tot 12.00 uur en daarna hadden we een vrije middag die we zelf konden invullen.
BEZIENSWAARDIGHEDEN
Eén van de bekendste bezienswaardigheden van de stad is Edinburgh Castle, dat is gebouwd op een vulkanische rots. Op Calton Hill staat een Griekse Akropolis (Edinburgh wordt daarom wel het Athene van het Noorden genoemd.)
Edinburgh heeft verder een dierentuin, Edinburgh Zoo en een botanische tuin, Royal Botanic Garden Edinburgh.
In Edinburgh heeft zich het ware verhaal afgespeeld van de skyeterriër Bobby, ook wel "Greyfriars Bobby" genoemd. Nadat zijn baasje John Gray, een politieman te Edinburgh, overleed op 15 februari 1858, sliep Bobby gedurende 14 jaren bij het graf van zijn baasje op Greyfriars Kirkyard. Bobby werd door veel mensen op de klokslag van één uur 's middags gezien waarop hij naar het koffiehuis ging en daar zijn middagmaal van de eigenaar kreeg. Bovendien werd de licentie (een voorloper van hondenbelasting) betaald door de provoost van Edinburgh, Sir William Chambers, die een groot dierenliefhebber was. Bobby overleed in 1872. Een gedenkteken ter ere van Bobby, geprezen om zijn loyaliteit, staat in Greyfriars Place, vóór het voormalige koffiehuis, nu pub. De Kirkyard ligt er direct achter.
Old Town en New Town
De binnenstad van Edinburgh bestaat uit Old Town en New Town. De Old Town bestaat uit een kasteel en een hoofdstraat met stegen in een visgraatpatroon.
Deze hoofdstraat wordt de Royal Mile genoemd. De Royal Mile loopt van het kasteel naar Palace of Holyroodhouse en is voornamelijk voorzien van toeristische winkeltjes.
Het kasteel is gebouwd op een rots (de zogenoemde Castle Rock). Genoemde stegen worden closes genoemd.
De New Town is een schoolvoorbeeld van een zorgvuldig geplande stadsuitbreiding uit de 18e eeuw. Het strekt zich uit rondom de winkelstraten van Princes Street, George Street en Queen Street. De bouwstijl die hier domineert uit de bouwperiode wordt 'Georgian' genoemd. Sinds 1995 staan de Old Town en New Town op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Holyrood en Arthur's Seat
In het zuidoostelijke stuk van de Old Town loopt een 261 ha grote park van het koningspaleis Holyrood omhoog naar de 251 m hoge vulkaankegel Arthur's Seat. Bovenaan is er een panoramisch uitzicht over de stad, de rivier Forth en de omgeving van de stad. Niet zo ver van de rand van het park ligt het hypermoderne, zich snel ontwikkelende deel van Holyrood rondom het Schotse parlement.
Tijdens de wandeling door de stad kwamen we ook nog de bibliotheek tegen, daar moest ik natuurlijk wel even binnen een kijkje nemen. Binnen heb ik alleen de receptie gefotografeerd, verder kregen we geen toestemming. Er was binnen een prachtige tentoonstelling over de geschiedenis van "golfen". Films, aangeklede poppen, boeken, schilderijen, etc. werden er gepresenteerd. Om aan een puntje te zuigen.
Daarna nog door de oude stad gewandeld en op zoek gegaan naar een kilt voor mijn zoon. We slaagden bij "Heritage of Scotland" op de Highstreet waar we door een jongeman zeer vriendelijk werden geholpen, "een hele outfit", wat zal hij blij verrast zijn. En ik des te meer. Wat me nog opviel waren de veel rokende mensen op straat en het vele straattheater, heel gezellig.
17.30 weer met de bus naar het hotel. Wat gaat de tijd snel.
20.00 diner.
Om 09.15 uur in de bus richting Edinburgh centrum, waarna Paula, onze stadsgids weer op de bus komt.
Als je van geschiedenis houdt, een genot om naar haar te luisteren, ze vertelt dingen die in de boekjes niet snel voorkomen zoals, de tuintjes midden in de stad, omgeven door hekken, waarvan de omwoners een sleutel hebben, werden vroeger gebruikt als bleekvelden, de houten schotten voor de ramen i.v.m. de glasbelasting. Over de schoorstenen die op de daken staan, hoe meer pijpen, hoe meer geld om te stoken, etc.
Films die zich afspelen in de tijd van "Charles Dickens" worden in Edinburgh opgenomen (niet in Londen).
Als je van geschiedenis houdt is deze stad een echte aanrader!!! Er is zoveel te zien, daar heb je zeker een midweek voor nodig!
Musea zijn vrij toegankelijk, dat hoort volgens de overheid bij de opvoeding!!
De stadstour duurde tot 12.00 uur en daarna hadden we een vrije middag die we zelf konden invullen.
BEZIENSWAARDIGHEDEN
Eén van de bekendste bezienswaardigheden van de stad is Edinburgh Castle, dat is gebouwd op een vulkanische rots. Op Calton Hill staat een Griekse Akropolis (Edinburgh wordt daarom wel het Athene van het Noorden genoemd.)
Edinburgh heeft verder een dierentuin, Edinburgh Zoo en een botanische tuin, Royal Botanic Garden Edinburgh.
In Edinburgh heeft zich het ware verhaal afgespeeld van de skyeterriër Bobby, ook wel "Greyfriars Bobby" genoemd. Nadat zijn baasje John Gray, een politieman te Edinburgh, overleed op 15 februari 1858, sliep Bobby gedurende 14 jaren bij het graf van zijn baasje op Greyfriars Kirkyard. Bobby werd door veel mensen op de klokslag van één uur 's middags gezien waarop hij naar het koffiehuis ging en daar zijn middagmaal van de eigenaar kreeg. Bovendien werd de licentie (een voorloper van hondenbelasting) betaald door de provoost van Edinburgh, Sir William Chambers, die een groot dierenliefhebber was. Bobby overleed in 1872. Een gedenkteken ter ere van Bobby, geprezen om zijn loyaliteit, staat in Greyfriars Place, vóór het voormalige koffiehuis, nu pub. De Kirkyard ligt er direct achter.
Old Town en New Town
De binnenstad van Edinburgh bestaat uit Old Town en New Town. De Old Town bestaat uit een kasteel en een hoofdstraat met stegen in een visgraatpatroon.
Deze hoofdstraat wordt de Royal Mile genoemd. De Royal Mile loopt van het kasteel naar Palace of Holyroodhouse en is voornamelijk voorzien van toeristische winkeltjes.
Het kasteel is gebouwd op een rots (de zogenoemde Castle Rock). Genoemde stegen worden closes genoemd.
De New Town is een schoolvoorbeeld van een zorgvuldig geplande stadsuitbreiding uit de 18e eeuw. Het strekt zich uit rondom de winkelstraten van Princes Street, George Street en Queen Street. De bouwstijl die hier domineert uit de bouwperiode wordt 'Georgian' genoemd. Sinds 1995 staan de Old Town en New Town op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Holyrood en Arthur's Seat
In het zuidoostelijke stuk van de Old Town loopt een 261 ha grote park van het koningspaleis Holyrood omhoog naar de 251 m hoge vulkaankegel Arthur's Seat. Bovenaan is er een panoramisch uitzicht over de stad, de rivier Forth en de omgeving van de stad. Niet zo ver van de rand van het park ligt het hypermoderne, zich snel ontwikkelende deel van Holyrood rondom het Schotse parlement.
Tijdens de wandeling door de stad kwamen we ook nog de bibliotheek tegen, daar moest ik natuurlijk wel even binnen een kijkje nemen. Binnen heb ik alleen de receptie gefotografeerd, verder kregen we geen toestemming. Er was binnen een prachtige tentoonstelling over de geschiedenis van "golfen". Films, aangeklede poppen, boeken, schilderijen, etc. werden er gepresenteerd. Om aan een puntje te zuigen.
Daarna nog door de oude stad gewandeld en op zoek gegaan naar een kilt voor mijn zoon. We slaagden bij "Heritage of Scotland" op de Highstreet waar we door een jongeman zeer vriendelijk werden geholpen, "een hele outfit", wat zal hij blij verrast zijn. En ik des te meer. Wat me nog opviel waren de veel rokende mensen op straat en het vele straattheater, heel gezellig.
17.30 weer met de bus naar het hotel. Wat gaat de tijd snel.
20.00 diner.
Abonneren op:
Posts (Atom)